Op een eenvoudige manier leggen de auteurs de ontwikkelingen uit bij elektrische en 'zelfrijdende' auto's. Dat doen ze niet met diepgaande technische uitleg. De auteurs gaan er simpel vanuit dat er geen zinnig alternatief is. De waterstofauto wordt met een paar simpele berekeningen aan de kant geschoven. Deze stijl van schrijven kan gaan irriteren, vooral als het om de rol van Eindhoven gaat. Die wordt afgeschilderd als het grote wereldcentrum op dit gebied. Ook bij de bouw van elektrische bussen zou dit zo zijn, maar de onderbouwing ontbreekt nogal. Dat elektrisch rijden ook met groene stroom niet honderd procent schoon is, wordt wel onderkend: fijnstof van remmen en banden. Aangegeven wordt dat e-auto's minder remstof produceren door regeneratie, maar men vergeet te vertellen dat ze door hun hoger gewicht meer bandenstof afgeven. Opmerkelijk is dat men een grote toekomst voor vliegen ziet, omdat de hsl-treinen door hoge kosten van infrastructuur niet zouden kunnen concurreren. Aardig boek met weinig nieuwswaarde en wel erg optimistisch t.a.v. elektrisch rijden en vliegverkeer. Met zwart-witfoto's. Verberg tekst